top of page

Een geladen hoogtepunt dat langer duurt - verzamelde blogs

Laatste veer over de Styx

95 is hij geworden. Drs. P overleed afgelopen zondag. Ik was een fan van deze taalvirtuoos. Ik leerde hem pas kennen tijdens mijn middelbare schoolperiode, begin jaren ’70, terwijl hij toch al vanaf de jaren ’50 bezig was. Ik hield van Nederlands, maar niet van saai Nederlands. Grammatica, literatuurstudies, ze waren niet aan mij besteed. Mijn boekbesprekingen deed ik over Carmiggelt, mijn tekstverklaringen over Drs. P. Ik heb er nog een gevonden, uit 5 atheneum (1975):

​

DE VEERPONT (HEEN EN WEER) – Drs. P

​

“We zijn hier aan de oever van een machtige rivier

De andere oever is daarginds, en deze hier is hier

De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant

Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland

En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed

Want dat is van belang voor als u oversteken moet

Dat zou nog best eens kunnen, want er is hier veel verkeer

En daarom vaar ik steeds maar vice versa heen en weer”

 

In het eerste refrein legt Drs. P de basisbeginselen van de veerpont uit voor de onwetende luisteraar. Hij zal het vervelend vinden als zijn publiek al vanaf het begin niet weet waar zijn liedjes over gaan.

 

“Heen en weer

Heen en weer

Heen en weer

Heen en weer”

 

Door de term “heen en weer” viermaal achter elkaar te zingen, benadrukt P hier het wat eentonige werk van de veerman. Bovendien geeft hij zo de leek een simpel houvast om te onthouden waar het om draait in het veerpontwezen.

 

“Ik breng de mensen heen, ik breng weer anderen terug

Mijn pont is als het ware ongeveer een soort van brug

En als de pont zo lang was als de breedte van de stroom

Dan kon hij blijven liggen, zei me laatste een econoom

Maar dat zou dan weer lastig zijn voor het rivierverkeer

Zodoende is de pont dus kort en gaat hij heen en weer

Dan vaart hij uit, dan legt hij aan, dan steekt hij weer van wal

En ondertussen klinkt langs berg en dal mijn hoorngeschal”

 

De leek krijgt hier inzicht in de praktische en economische aspecten die een rol spelen bij de keuze tussen het bouwen van een brug en het laten varen van een pont. De observatie in de laatste strofe is vermoedelijk een overblijfsel uit een kladversie van een ander lied.

 

“Heen en weer

Heen en weer

Heen en weer

Heen en weer”

 

Om te voorkomen dat het “hoorngeschal” in de laatste strofe van het voorgaande couplet de luisteraar te veel afleidt van de essentie van het lied herhaalt Drs. P de essentie.

 

“En als de pont dan weer zijn weg zoekt door het ruime sop

Dan komen er werktuiglijk gedachten bij me op

Zo denk ik dikwijls over het geheim van het bestaan

En dat ik op de wereld ben om heen en weer te gaan

Wij zien hier voor ons oog een onverbiddelijke wet

Want als ik niet de veerman was dan was een ander het

En zulke overdenksels heb ik nu de hele dag

Soms met een zucht van weemoed, dan weer met een holle lach”

 

P klaagt hier over de eentonigheid van zijn bestaan. Als veerman is hij gedoemd zijn leven lang heen en weer te gaan. Hij krijgt er zogezegd “het heen en weer van”. De holle lach in de laatste zin moet dan ook gezien worden als puur sarcastisch.

 

“Heen en weer

Heen en weer

Heen en weer

Heen en weer”

 

Op een zeer subtiele en creatieve manier weet Drs. P de nadruk te leggen op de ongelooflijke saaiheid van het veermansbestaan, door nogmaals vier keer het heen en weer mantra te zingen.

 

“Heen en weer (Heen en weer)

Heen en weer (Heen en weer)

Heen en weer (Heen en weer)

Heen en weer (Heen en weer)

Heen en weer (Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Heen en weer (Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

De boot is vol

Heen en weer (Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Heen en weer (Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))”

 

Het is hier waarschijnlijk een warme zomerdag, waarop veel mensen erop uit gaan om verkoeling te zoeken aan de waterkant. Velen maken daardoor gebruik van de veerpont, waardoor deze op een gegeven moment vol is.

 

“Heen en weer ((Heen en weer)

Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Ik zeg

Heen en weer ((Heen en weer)

Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

De boot is vol

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))”

 

De veerman raakt geïrriteerd door het opdringerige volk dat toch nog mee wil.

 

“Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Stap niet in de boot

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Hij is vol

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Blijf aan de wal, meneer”

 

Een laatste waarschuwing van de nu furieuze veerman.

 

“Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

U ziet toch dat de boot vol is

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Toe nou mensen,

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Kom toch niet in deze volle boot”

 

Wanhopig probeert Drs. P hier te voorkomen dat opnieuw een van zijn liederen een dramatische afloop krijgt.

 

“Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Ga nou weg mensen

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Dat loopt nog verkeerd af

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))”

 

Eigenlijk weet P het hier al: dit loopt niet goed af.

 

“Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Heen en weer ((Heen en weer) Heen en weer, heen en weer (Heen en weer))

Wees nou verstandig mensen”

 

P maakt er een eind aan. Hij doet nog een vertwijfelde oproep aan het volk om verstandig te zijn, terwijl hij zelf ook een vrolijk eind aan het lied had kunnen schrijven. Het werk van Drs. P is vermakelijk, maar soms moet hij beter nadenken over hoe het afloopt.

 

Met dit soort tekstbesprekingen ben ik de middelbare school doorgekomen, dankzij Drs. P én dankzij meneer Visser, die dit soort onzin wel kon waarderen.

 

(Ik kan nu wel verklappen dat ik deze liedbespreking niet schreef in mijn middelbareschooltijd, maar gewoon in 2016, toen Drs. P net overleden was. Meneer Visser was overigens wel mijn leraar Nederlands aan het Helmondse Carolus Borromeus College, en ook nog eens een die de liefde voor de Nederlandse taal in mij aanwakkerde.

​

My first English blog

The Platform Onderwijs 2032 has advised that the little coaters from group 1 of the basic school should learn English. That means that the Dutch language will disappear more and more out of sight. That doesn’t promise a lot of good for writers in Dutch. But as a good text writer I can’t be caught before one hole, so I took some lessons from a Dutch football trainer who is working in England. And now, here is my first English blog (sorry, I don’t know the English word for blog). It is two to twelve for the Dutch language. English is slowly taking over and if we are going to teach those 4-year-old coaters English, I think we are getting from the rain in the drop. But we can still turn the tide. If we put our hands out of our sleeves and take this cow by the horns it might be end good all good. We shouldn’t be satisfied with letting us be sent with a little lump of ground in the reed. By teaching English at such a young age you put the horse behind the car because the teachers don’t know of mittens in this language. They will speak a kind of stone coal English that the children shouldn’t learn. And in the meanwhile Dutch will be the child that is shoved underneath. Let’s all do a silent march in Dutch to The Hague to slowly cook this in the sprout. So, this was my first, but also my last blog in English. No more English for me, thank you the cuckoo.

bottom of page